Een versje kan er uit zien als een familie op
de eerste rij, zondagse jassen over

zelfgemaakte jurkjes, schone handen in een
schoot, een zakdoekje met een

kanten randje in een tasje, we hoesten niet,
we gapen niet, we zitten keurig en rechtop.

Een versje kan de dominee omvatten, de
zon door het glas-in-loodraam, de slapers

tegenover ons, de strepen over de vloer, de
namen in de registers gebeiteld.

Net als daar kan de constructie uiteengereten
worden: de punt van mijn schoen is

vies, mijn mamma knijpt in mijn arm, het
pepermuntje valt van grote hoogte.