Als snoepgoed het enige deelbare is in deze
Winterse tijden en de Goedheiligman, beurtelings
Vermomd als

Onze Goede Vader, Sint of Kerstman, de enige
Vrijgevige, moeten we dan onze overtollige liefde
Als een

Extra vetlaagje in ons lijf opslaan teneinde nog
Beter de barre tijden te kunnen overleven, onszelf
Warm houdend en

Behoedend voor? het is alleen maar eerlijk, meent
Hij, dat delen maar dat komt omdat hij zichzelf
Als een

Geheel ziet, ondeelbaar eigenlijk en zeker niet
Bereid toe te geven aan wat gebedel en spilzucht
En wat getouwtrek

Aan zijn voeten, zij wordt gedeeld, zegt hij maar
De hand die door mijn ramen steekt, wordt niet herkend
En vooralsnog

Is vanwege die winterse temperaturen ons verblijf
Gesloten, we doen aan opslag en bevoorrading en
Zijn – over het algemeen –

Heel verstandig inzake snoepbeleid, heiligdom en
Vaderschap, lief en eerlijk enzo, alleen nu een beetje
Overtollig