Er is zoveel ruimte dat het beperkt zoals stilte bij sneeuw en
mist bij het overvaren, nog even en de pont botst
tegen de kade en vanonder de muts klinkt gemompel en tot
straks, we nemen de witte strepen en niet de
zwarte en blijven steeds rechtdoor gaan, begeleid door kleine
flitsen van licht en wegrennende figuren
en bij thuiskomst is dit hele betonnen gebouw verlaten, alleen
de lucht van wiet en een niet startende brommer
hangt in het trapportaal, geen scherf van een kerstbal of geluk,
geen mopperend gezin of luide kinderen,
de wanden van de boomhut ademen, de takken nat en glinsterend,
het lijf daarlangs, zacht stotend, ook hier de
witte wanden en niet, en dan recht voor ons de stad, knipperend
licht daarboven en het geruis van wegvliegen, voorgoed.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x