Er is een wijsje waar de stappen aan denken als ze ergens naar
toe gaan, zeker wanneer de wereld dicht zit en

mensen verborgen blijven tot hun middel en dan opeens kleur
krijgen, een liedje waarvan de tekst onbekend is

maar de voeten automatisch het ritme aanhouden en we zijn er
zo. De bomen druipen, de bladeren glinsteren, alle

standbeelden van deze stad hebben een oranje sjaaltje gekregen,
de volgende keer hangt het attribuut om zijn nek

misschien en ergens aan een tak, het zacht geschommel heeft
geen melodie meer, iemand wacht vergeefs. Er is een

bocht in de weg die zichtbaar is zonder te verraden waarheen
ze leidt maar haar deur staat open, ze wil roepen

maar doet het niet. Geen zorgen had hij gezegd en dat straks de
zon alles duidelijk zou maken. En warm, hoopte zij.