Zomaar zou hij naar binnensluipen en naast mij komen zitten, zijn
mond in mijn hals, zijn handen tussen mijn benen,

fluisterend zeggen dat, mijn haar licht op, hij kan zich niet vergissen,
dit hier ben ik, hij hoeft alleen maar en heel even

denk ik werkelijk dat hij er is, dat intense gemis aan, maar de stoel
naast me blijft leeg en als ook als ik even mijn ogen

sluit, blijft alles hetzelfde, het verlangen, de liefde, zijn permanente
afwezigheid, zijn uitstel, zijn excuses, er zijn grapjes,

mensen in de zaal die zuchten, huilen bijna, achter mij verschuift de
wereld, ik wist niet dat het dit was, zegt iemand, ik

wist niet dat u hier zat, maar ik weet niet of ik terugkomen kan, ik
hang tussen de ruimte in, omarm, schudt handen,

loop op straat heel luchtig, half tussen avond en dag in, neurie het laatste
liedje, een auto stopt voor me, de lamp in de hal is aan.