De bedenktijd is twee weken, zes dagen, tot je aan de overkant
van de straat bent, alleen de witte strepen van de
zebra, elke ochtend slechts een paar minuten, rekbare minuten
zoals het lijf zich rekt, nog even, nog heel
even. Alsof je niet weet wat je zult doen, te goed weet wat je te
wachten staat, alsof je ooit twijfelt, zelden
besluiteloos, knopen tellend van boven naar beneden, van het
linker- op het rechterbeen. Alsof iemand je tegenhoudt,
een duwtje geeft, alsof daar iemand is, de vroege ochtend zo
leeg als het landschap, en wie zal het merken, wie
Vind je terug, wie wacht je op, wie gaat met de vinger langs je
mond, je woorden, wie kust je oogleden, wie zet
je schoenen klaar. Vandaag dan alleen de zwarte strepen buiten,
een liedje dat omhoogloopt aan het einde, nu.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x