Soms rekt tijd uit tot iets anders, stroop die de monden vult,
kauwgum die uitgerekt de punten in de hemel

met elkaar verbindt, een schip in de verte, een herinnering die
niet klopt maar wel juist lijkt, en soms

beperkt de tijd zich tot een knipoog, een hand die langs je hals
strijkt maar niet stopt. Hij draagt nog steeds

rode gympies en een gerafelde spijkerbroek, zij nog steeds een
paardenstaart, de afspraak is nog altijd die van

zeven uur achter de grootste kerk, de maan speelt mee en de
diepste plas is om in te springen. Gisteren

stond er nog een draaiorgel in de straat en schudde een man met
de centenbak, vandaag ligt er een hond in een

zandkasteel en heeft een vioolspelend meisje haar ogen dicht,
een pet voor haar voeten. Het wachten is altijd op iemand

die stopt.