Opeens kun je iemand missen. Zoek je zoals vroeger in een straat
op het internet iemands beweging, vind je iets van

drie jaar geleden, een schaduw achter de kerk, een zacht wegsluipen.
Realiseer je je dat hij dood kan zijn, dat je geen afscheid

hebt genomen, dat je niet eerder hem kwijt was, dat er zomaar zoveel
passen liggen tussen toen en nu, jou en hem.

Wat was het laatste bericht, waarover ging het, de laatste foto, de
voorlaatste vraag, heeft hij ooit iets gevraagd, was het

niet altijd andersom, en met je ogen turend zoek je een bewijs zoals
je de postzegel losweekte en het stipje op de j aanzag

voor een hartje, met dezelfde opwinding en in dezelfde haast, nu opeens
haast. Hij glimlacht ergens nog minzaam, wat vermoeid,

waar was jij drie jaar geleden, en dan sluit je het scherm en verzin je
hem, niets aan de hand, hoor je hem zeggen, hee, het is oké.