De man van de hoek zegt dat hij het zo weer over weer wil
doen, zijn leven, jij toch ook, zegt hij, hij
houdt mijn hand en zegt dat hij zo stront gelukkig is en zoals
elke keer neig ik tot blijven, binnenkomen of
liggen in de tuin en hem boven op me trekken en dan vragen om
nog een keer. Als ik doorloop, roept hij nog,
jij bent de schrijver, en heupwiegend denk ik aan de rest van
het leven en hoe ik een volgende keer en dan is er
een losse steen als een los woord, en trek ik mijn pet over mijn
haren en til mijn voeten hoog en rekt een volgende
vrouw in een volgende tuin haar armen voor de laatste was en
spint een kat in de vensterbank boven de bloemen en
zwermt een bij naar de volgende stamper en klapwiekt een vogel
naar de hoogste top en zingt er een kind, heel helder.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x