Ze kennen me van de gedichten, o jij, zeggen ze, en verder heb
ik nooit iets gedaan, en ze lachen wat en duwen een
beetje tot ik plof op de harige bureaustoel, en we wat zuchten en
het leuk is kennis te maken, dat zeg ik dan maar, tot
de volgende binnenkomt en met uitgestoken hand we herhalen
dat ik van de gedichten ben, weet je wel, o jij,
zeggen ze, de ruimte verbonden met de straat, de deur open, en
terwijl de zon volop schijnt, rillen we zacht in het
atelier, ik kan ook koffiezetten blijkt, en praatjes maken, heel
gastvrij en zomaar komt er een kind binnen hollen
dat met grote ogen en hup de straat weer op, en alles heeft toch
te maken met waar je vandaan komt, of je ouders wel
of niet zagen wat je maakte en je op je schouder klopten en het
met een punaise prikten op de wand, en vroegen om meer.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x