De handen om mijn hoofd, het zou genoeg zijn. Dicht tegen
elkaar staan, een bijna botsing, herkenning, het
zou alles zijn. Roerloos blijven staan tot hij nadert en daar
dan is. Niets zeggen. Niet eens op de tenen te
hoeven staan, niet zoeken naar geur of halslijn, het zou er
allemaal zijn. Een stad die je kent, een kerktoren
als uitzicht, een straatzanger in de hoofdstraat. Thuiskomen.
Dan de handen op mijn schouders, een naar
beneden, om mijn hand en zachtjes trekken en dwars door
alle straten, de trappen op, tegen de deur,
tegen elkaar, het zoenen, de grond, het zoenen, schuiven tot
het zachter wordt, dekens vinden, het bed. Glimlachen.
Dan de stem, de herhaling, het slapen, het briefje onder de
fruitschaal, een deur net niet helemaal dicht.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x