Als het niet onze moeders zijn, dan zijn het onze kinderen.
De verwassen babyluchtjes, de haren nog in een klit,
de armpjes nog uitgestrekt naar ons, het gemurmel en dat wat
ze ons eigenlijk proberen te zeggen en nooit, het nooit
voldoende zijn, het moederhart bloedend, elke afstand ongewenst
en toch dat verdoemde loslaten dat we wel
moeten doen. De een heeft het voor elkaar, de ander niet, een
derde is ongewoon gelukkig. Gesprekjes in de vroege
ochtend met S.(8) en L.(6) die vragen naar dat begin en dan op
straat nadoen hoe oom D. (35) tegen een lantaarnpaal
loopt, zo in en uit zijn eigen wereld, net zoals S. eigenlijk, zegt
L. Ik heb het nakijken, alles zit in onze hoofd, tussen
onze oren, onze armen en alles glipt weg, komt terug, wordt groot
en groter. Ik heb een plan, zegt L., luister oma.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x