Soms tref je op de werkvloer nazaten van liefjes die vroeger in hun
lunchpauzes je grafiek tot duizelingwekkende hoogte

brachten en niet veel meer, volgelingen van de heer F. en M. die we
al dood verklaarden alvorens en familieleden die tot

voor kort enig verband ontkenden. Bijna nog is de haast te merken
die zo’n pauze met zich meebracht, er moest per slot van

rekening nog geplast worden, de politieke situatie waar dan ook
naast het koffiezetapparaat besproken, en de roklengte van

meisje A. was altijd uitermate discutabel, overigens net zoals de
kwaliteit van de koffie, de broodjes van de visboer op

het parkeerterrein en het rooster voor de week erop. Over sommige
dingen waren zij het altijd eens, onrustige objecten dienden

terstond verwijderd te worden, opgeborgen in de bezemkast maar
nog een keer kijken was toelaatbaar en zelfs noodzakelijk.