Nu de wereld zoveel scherper is, het uitzicht kleurrijker,
het kader verdwenen, de filter vergruisd, het

wonder herhaald, moeten we wennen aan de contouren
van onszelf, hoe we ons bewegen, waar we

oversteken, niemand vast te houden, de ogen wijd open
maar nog vanachter een zonnebril, de klep van

de pet omlaag getrokken, we zijn nieuw, kind, klein, we
mogen alleen vooruit maar we aarzelen nog,

we willen rennen maar zijn te bang, elk zuchtje wind komt
veel koeler binnen dan tevoren, elk gezicht komt

te dicht bij het onze, we willen eigenlijk niemand herkennen,
we willen ons vergissen, we willen het omfloerste,

het zachte, het grijze maar vanaf nu krijgen we de echte beelden,
het papier wit en deze letters keurig zwart.