Onder tafel door kruipt L. (6) en kriebelt met een kwastje
over mijn enkels en vraagt of dat lekker is, een

raceauto schiet door de stoelpoten ondertussen en S. (8)
stapelt alle crackers op elkaar en maakt een

extra taartje, plakjes camembert ertussen, dat past natuurlijk
nooit in zijn mond. Alles is lekker, zeg ik tegen

zowel L. als S. Daarna hangen we op de bank en praten over
het evolueren van de Pokémons, we zijn jaren terug

in de tijd, gelukkig zijn de Pokémon masters hun ooms en
passen die nog net over de leuning en op de

grond, mijn uitzicht zijn halsjes, nekken, haren, ‘tot zo’ zegt
L. (6) en wijst naar zijn schouders en het knotje

van D. (35) waaruit de krullen springen, en een enkele neus.
Van meisje naar oma in één leven. Zucht.