Een man op de pont zegt tegen de jongen die tegen de reling
aan enthousiast zwaait naar de kade, ‘daughter?’

en ‘just one?’ en zegt, wijzend op zichzelf, four, wacht even
en voegt eraan toe, and six sons. How many

grandchildren, probeert de jongen, fourty-two, zegt de man,
een lichte zucht begeleidt hem. All-in the States,

zegt hij, I made America great. Zijn vrouw moet hem omhoog
hijsen om de pont te verlaten, dat krijg je ervan.

Op de hoek van mijn straat staat P. en haakt bij me in. Ik heb
nog nooit, zegt hij en dat doet hij glunderend,

iets van je gelezen. Weet je wat het is, gaat hij verder, ik hoor
zoveel verhalen op straat dat ik ’s avonds te moe ben

om te lezen. Daar maak ik nou werk van, zeg ik, we zwieren
daarop een extra rondje om de lantaarnpaal.