Mijn hand zou in de zijne liggen, vast en warm, en hij zou
de weg weten, maar hij hield een paraplu en een
toespraak en maakte omwegen, zei dat er tijd genoeg was,
en wees wat aan dat ik allang kende, hand open
en los. Nu zegt hij dat het echt heel leuk was dat ik mee was,
dat ik zo volgzaam naast hem liep, wat was het
koud, en zie je wel hoe we een plaatsje hadden gekregen,
er was geen enkele reden voor twijfel of
klagen, mensen gingen opzij voor ons, iedereen kende hem
toch. Alleen de kou bleef. Ik probeer nog een
andere omschrijving van ‘leuk’, zoals ik niet zou hebben
gewiebeld aan zijn hand, geen vinger van mij die
stiekem gekriebeld had, en zeg iets over het nut van een
paraplu die ik altijd thuis laat, wind tegen.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x