Hoewel we wachten en wachten komt mevrouw V. niet. Ze
heeft de hele ochtend gedaan over haar beslissing,

buikpijn voor de middag. Ze mist de doden, ze mist de reacties
op elkaar, ze mist intelligentie en gelijksoortigheid,

ze is eigenlijk net als mevrouw S. heel alleen op deze wereld.
Dus blijft ze op haar kamer en wil ze ook geen

dag zeggen, niet dat wij dag zeggen, geen enkele verplichting
en geen schuldgevoel. Ondertussen struikelt mevrouw

de K. over haar rollator en wordt afgevoerd naar het ziekenhuis,
mevrouw E. blijft maar giechelen, mevrouw Z. zit

opnieuw in de verkeerde zaal en krijst als ze verwijderd wordt,
zo vreselijk boos dat ze niet mag zitten waar ze wil.

Ik begin, mevrouw R. valt in slaap, buiten vallen de mussen
van het dak. Ik denk aan een zakdoek op mijn hoofd, met

knopen.