Bij elk ongewenst geluid dat de buurman maakt, een kast die
piepend gevuld wordt, een vertrek dat aangekondigd
wordt, bezoek dat talmt, produceer ik een stemgeluid dat of
giechelt of uithaalt of langdurig en tergend langzaam
in gesprek is met een denkbeeldige gast. Stak ik vroeger de
middelvinger op, niemand die het zag, of
herhaalde ik mijn vervaarlijke verwensingen in stilte, nu is
het alsof mijn ruimte alles weergalmt dat hij
produceert. Dat hij weet dat ik er ben, dat hij mij hoort terwijl
dat toneelstukje natuurlijk helemaal voorbijgaat
aan zijn verblijf. Hij plast nog eens, zet zijn televisie luider,
laat iets uit zijn handen vallen waarvan ik hoop dat
het in duizend scherven is en onherstelbaar. In de ochtend is
er een groet alvorens hij rokend het pand verlaat.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x