Het Oranjegebeuren: het allereerst afzetten en belinten van
kleine zompige stukjes grond, daarna de

meuk uit de berging, de oranje zeildoeken, de immer koude
wind, de vrouwen onder een dekentje, de

mannen met puntschoenen en oranje hoedjes die tafels in
elkaar schuiven waar straks dan al de warme

worst tussen de stroopwafel wordt geklemd, om kwart voor
zeven de kinderen al bedelen om frituur van

de walmende hoek, geruzie vanwege de schatten die daar
zomaar in het gras liggen en eigenlijk de

hele erfenis vormen, muziek, bungelende snoeren vanuit
bomen zodat er beneden niet gestruikeld kan

worden, bootjes die oma overzetten, buren die elkaar nu pas
zien en denken, zij draagt verdorie mijn schoenen!