Mevrouw V. en mevrouw K. kunnen elkaar niet uitstaan.
De laatste heeft ruzie met iedereen behalve met

mij en de eerste beweert iets speciaals te hebben met
mevrouw S. die toevallig samenvalt met

de mevrouw met paardenstaart die tussen K. en V. in zit.
Nu had mevrouw K. ook een staart, ontstaan

in de lange perioden van afwezigheid van kapper en goede
zin en versierd met bolletjes van plastic en met

schuifjes midden op het hoofd terwijl, dat moet gezegd,
mevrouw S., waarschijnlijk door het veelvuldig

schudden, een pluimpje droeg dat naarmate de middag
vorderde zielig naast het rechteroor zakte. V.

zegt de hele tijd sarcastisch ‘paardenstaartje’ hetgeen de
vrouwen nerveus maakt. Nog even en iemand moet hen

ontwarren.