Geef me een slip van een jurk, een verdwijnende hoek,
een zuchtje wind, misschien wat regen maar

zachter dan, en ik maak u een verhaal waarin zij vlucht,
de ander handenwringend achterblijft, een

schoen vergeten wordt en misschien ook wel een afscheid.
Geef me een krakende deur, een aanhoudend

geblaf in de verte, een zwart tuimelend vierkant boven
het hoofd en ik verzin u een verpletterende

aanwezigheid alleen op een verkeerd tijdstip en helaas, ook
op een verkeerde plek. Doe dan maar een

aanstekelijk gegiechel en verder niets, nou ja een verstopplek
wellicht en voordat de tien geroepen is al

vindbaar zijn, een handje dat je voert en in je mond blijft
omdat je daarna vergeet te slikken.