Hij zegt dat de vertrouwdheid het gevolg is van eenzelfde soort
afkomst, een teken van herkenning door het tellen van

de hoedjes op zondagmorgen, de psalmregel die steeds terugkomt,
de instelling dat we zuinig moeten zijn met

elkaar, ons bezit, onze talenten en Hem en zeker niet te trots en
tijd alleen maar goed mogen besteden. Dus is het net

of hij de jaren erna oversloeg om hier uit te komen, provinciestad
A. en vrouw A., de weg geplaveid met palmtakken en

Hosanna roepende buren, een afspraak achter het grootste gebouw
uit de omgeving en een dankjewel aan oplettende ouders.

Ik dacht dat ik gevonden was op een vuilnisbelt of liggend in een
greppel en dat het toeval was of dat we elkaar nog

zagen omdat er zo hard gewerkt is aan overeenstemming en liefde
en dat het iets te maken had met de kleur van mijn haar.