In de ochtend vindt hij drie sokjes onder zijn bed dat inmiddels
rechtop tegen de muur staat. In de middag een

ingelijste kus in de kledingkast die verder leeg is. ’s Avonds is
er een niet verstuurde brief die hij nog schrijven wil

en ’s nachts spookt ze natuurlijk in de nieuwe holle ruimte die
gisteren nog schoon leek, zijn hele leven op die

vierkante meters, alleen het aanrecht blinkt. Tussendoor fietst
hij met een hand op zijn inboedel en de ander geklemd

om het steigerend stuur, schuift gesloopt waar over mijn trappen,
hangt een seconde in de luie stoel en filmt zijn

verrichtingen voor de hele familie. Het doet het goed tussen de
poppenkastvoorstelling van de allerkleinsten, het

groeiproces van taugé dat de gamer als voorbeeld van bloei, lente
en vernuft stuurt en de halve cake in een reuzenhap.