We weten het niet. Een onhandige frase die blijft hangen
zoals het beeld van een juskom die leeg gelepeld

wordt in de mond van de oudste. We dromen vaker over
eten maar ditmaal is het specifiek het vlees

dat we al jaren laten liggen, het braadvocht dat eerst over
een houten bord in het randje loopt, dan

een poppenserviesje met bloemetje, een klein lepeltje en
haar open mond. Het perfekt gebraad blijft

op het bord achter, we moeten delen maar er is geen mes
dus kijken we alleen maar en snuiven. Deze

droom heeft niets te maken met het ‘niet weten’, al is bij
beiden niet aantoonbaar waar de gedachte

ontstaat. Het is nacht, er kwam een vuurpijl langs, het raam
open, de schade beperkt, de dekens warm.