Hij concentreert zich op een beeld van pijn, stelt een grimas
scherper, ziet in de ogen iets dat hij toen niet

duidelijk kreeg en laat het lichaam achterovervallen in haar
naaktheid. Geen huilend kind, geen jankende hond

achtergelaten in de berm, geen glasscherf in de hals of touw
rond de nek, geen vers litteken of blauwgekleurde

vlek, geen kapotte stad, afgezet dorp, verbrand veld en haastig
verder rijden, altijd getuige van,

en geen tandeloze schuld die hem achtervolgt maar deze nieuwe,
melkwitte huid met slechts kleine spoortjes van

kleur. Later zou ze zeggen dat er een verhaal zit in elk teken,
dat het rood voor iets anders staat dan bloed,

dat ze ermee begon toen hij haar verlaten had en alleen zijn
camera het bewijs was van haar zijn.


(2011)