Dat wat je gisteren schreef vond ik echt heel aardig. Oké, zegt ze
aarzelend en dan na een tijdje, wat was dat?

Je klusje in de keuken. O. Weet je niet meer wat je maakte van
niets doen en nadenken en niemand meer naar

buiten? Was dat gisteren? Ik ben meteen aan de gang gegaan. Ze
glimlacht en kijkt alleen maar. De gang kan

natuurlijk ook. De uitgever zei het een keer, het was een nadeel
dat ze zoveel schreef, het was dat ze zelf een

selectie maakte iedere keer maar voor een buitenstaander was het
godsonmogelijk. Maar ja, hij zei ook dat hij nu pas,

nadat hij haar las bedoelde hij, wist wat een vrouw voelde. Dat
nam ze hem eigenlijk kwalijk. Daarmee stuurde

hij haar als het ware de keukenkastjes op, ze grinnikte. Je kan ook
best een keertje overslaan, dacht ze, maar ze zat er alweer.