Mevrouw de B. zal niet weten waar of ik blijf en ik zal haar niet
terugvinden. Hoe lang kan je staren naar een schuifdeur

die niet open gaat en waardoor niemand meer komt, geen tocht
langs je benen dus ze hoeft gerust geen sokken aan,

na het derde kopje koffie draait mevrouw Z. haar om, nu nog wachten
op een van de meisjes die haar terugrijdt. Mevrouw

Z. kan dat niet alleen. Ach gossie wijffie, zou de B. zeggen, als ik de
kracht nog in mijn benen had, en ik vul aan,

dan zou ik net als H. me gewoon van zeven hoog laten vallen, echt
waar, en ik geloof mezelf zoals ik haar geloof.

Schrijf jij effe een briefie voor me, misschien zou ze dat ook nog
vragen, hoewel ze niet van de uitleg was, niet meer, het

houdt een keer op. Mevrouw Z. heeft alle koekjes in haar handtasje,
dat kan natuurlijk ook. Ze eet in haar eentje.