De strepen licht worden steeds breder tot ze niet meer opvallen in
het geheel en samengaan met de ruimte tussen de
takken, de spleten in de huizen, het optillen van de voeten hoog en
het openzetten van de hekken, piepend zodat nu
iedereen opkijkt. Het is als met de stilte, voor dat gekraak, die steeds
vaker en langer over ons hangt, als keuze, als
mogelijkheid, als ontsnapping, onwennig nog draaien we ons om.
Slechts één bewoner hanteert dezelfde tijd, biddend
terwijl deze schrijft, als een rookpluim een melodie, herkenningsteken
opdat het zacht geroffel onder mijn vingers kan
beginnen. Benen bij elkaar, tanden op elkaar, het hoofd buigend maar
in een andere richting. Tussen het verdwijnen in
dat licht en het uitbarsten in gezang zitten mijn regels, het raam nog
niet open maar de deur alvast los zoals dat hek eerder.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x