De trein volgt een fietser in het witte landschap, een rode
streep over zijn shirt zoals een boom scheef

langs een magere sloot, de lucht weinig helder, een kleine
opening boven het water, verder niets. Soms

kun je een heel eind reizen zonder daadwerkelijk aan te
komen, uit te stappen, zoals je

de camera ronddraaiend, tollend om je as, niets kunt zien
op de foto’s die je neemt. Van het ene

compartiment in het andere, de stemmen overal hetzelfde,
vermaak, treurnis, geklaag, onzin, heel vaak

onzin, een familiegeschiedenis waarbij gekke oom H. weer
ontsnapt uit zijn tijdelijk verblijf. In plaats van

de beelden die ik had willen zien, zag ik dat razende figuurtje
in wit en rood dat nauwelijks bij te houden was.