Soms is er een regenboog in de lucht, vertel ik het scherm
waarachter grote ogen mij volgen, omdat de zon

en de regen er tegelijkertijd zijn, mijn kleinzoon glijdt van
zijn stoel en kijkt door het raam, komt terug

en klimt weer in mijn beeld. Voorlopig zijn er alleen kleuren
in het voorleesboek waaronder beesten uit

de stal in een groen weiland staan, hij schatert als ik andere
namen noem, neeee oma, roept hij. Er is

een ‘wordt vervolgd’, de koe doet alsof hij een olifant is, het
gras is nat, achtereenvolgens wit en weer later

bruin. In de lucht sterren, een maan en dikke vlokken sneeuw,
hij weet waar ik woon maar eerst moet

de koe in de stal, de boer voert haar hooi, dan wijst hij naar
Nederland en zegt geen bye maar doeg.