Heeft u wel eens een dichter bemind op een andere wijze dan
na het wakker worden haar tot u te nemen, haar

van boekenplank tot schoot, van dicht naar open, van nieuw
naar beduimeld, tot u te nemen? Heeft u haar

vergeven en geciteerd, gevouwen en uitgescheurd, bekrast
en bevlekt maar ook onder u genomen, gekeerd,

geschud, gekust alsof zij opnieuw tot leven moest komen en
daarbij gewenst dat haar verzen alleen maar voor

u zouden zijn? Dat zij haar mond open zou doen en zou gaan
zingen bijvoorbeeld en u de regels en niet

alleen die verbuigingen zou herkennen als eerste pagina van
haar oeuvre zodat u zou bedelen om haar signatuur

ergens op uw welwillend lijf? Uw minnaar horen voordragen
dat de wereld wacht op u en u alleen?