Om wakker te worden en nooit meer het geluid te horen
van haar kleine kletsende voeten op

de gang, het ongeduldig springen tegen de deur, zingend
vragen welke dag het is en wanneer ze nu

mag, vandaag toch, ja, om nooit meer te kunnen slapen
omdat die ochtend nooit meer komt, elke

dag het verdriet, het gekmakend wurgend gemis aan elk
geluid om haar heen. Een blauw regenjasje

aan de kapstok, ze wilde zonder jas, het was warm nog,
het zonnetje uit de tekening voor pappa,

als altijd een stukje brood vergeten op het bordje, een
appel met een hap eruit, ben ik niet

de allerliefste, jij de mooiste mamma. Om nooit meer wakker
te worden omdat je nooit meer slaapt.