‘Hoewel die doodgewone, alledaagse ordeningen juist door alledaagse herhaling ook een soort ritme in ons bewerkstelligen dat ons stuurt, als het ware buiten onze wil, wens of geheugen om, zodat het lijkt dat het ons niets meer kost. En toch gebeurt het weleens dat we onverwacht een vreemde verstoring van dat ritme ervaren en een moeilijk te overwinnen kwelling beginnen te voelen. En als we dan juist met de afwas bezig zijn, zouden we het liefst alle borden, bordjes, schoteltjes, kopjes, glazen, glaasjes aan barrels willen smijten en alle pannen, koekenpannen, lepels, messen, vorken weg willen gooien.
Dus laten we ons niet afleiden door gewoonte, want die houdt eenzelfde risico in als elke andere ordening.’

uit Ostatnie rozdanie, Wieslaw My’sliwski, vertaald tot De laatste hand door Karol Lesman