Vaak lopen er beesten uit de kieren, kruipen er kleine
wezens uit de naden, spelen schaduwen in

de ooghoeken kiekeboe, staan er onzichtbare wezens
om de hoek van de deur. Soms ook

komt een muur los in de ruimte te staan, zweeft een
flatgebouw een paar centimeters van de grond,

een boom steekt haar wortels in de lucht. Een kast
begint haar planken te verliezen en

schiet ze los in de kamers tot ze ook zelf van de wand
komt en in elkaar stort en de kunst, de kunst

tenslotte, verwatert en loopt door elkaar heen. Schaterend
vermengt de verf zich en zuigt zich

terug in de pot terwijl het glas van de lijsten waarachter
de figuren dansen vingers doet bloeden.