Dan is ze er eindelijk, in de ochtend net voordat ik wakker
word, loopt ze mijn droom binnen en mijn huis
in haar elegante bontjas, haar hoed sluitend om haar hoofd.
Ik sta achter een toonbank, zij wacht tot ik
opkijk en lacht. Ik hoor mezelf haar begroeten, woorden
verkleinend, zo heb ik haar nog
nooit genoemd, en zij is zonnig en vertrouwd en vooral
niet boos en ze staat daar, ik kan haar
aanraken. Ze is als de frisse lucht die binnenstroomt als ik
de deuren opengooi maar ze blaast
adem voor adem, ze doet er lang over dit keer en ze blijft
niet, ze blijft niet waarschuw ik mezelf,
maar ze lacht en als je verwacht dat ze gilt en huilt en dood
is eigenlijk, is dat alle reden op te staan.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x