Roepen wil ik dat het ook niet te begrijpen is, dat
we heel anders leven of denken, dat er niets
uit te leggen valt, dat het mijn registreren is, dat er
nu eenmaal niet over de inhoud noch over
de vorm gesproken hoeft, dat het slechts, maar deze
bezoeker houdt aan, heeft zijn vellen
over de tafel gebogen alsof hij mij dubbelgevouwen
voor zich legt en langzaam weer terug in
een schikkelijke en waarschijnlijk aantrekkelijke pose
terwijl ik van de plek rol en stuiter tegen
mijn wanden en de grond meeneem en wijs nog naar
buiten: kijk dan hoe de bomen zich
zwart aftekenen tegen de hemel, hoor dan hoe zij
kreunen, zie dan hoe de beesten schuilen.
elbert gonggrijp
18 november 2017 — 11:58
Mooi gedicht zeg. Ik zie hier hoe een bureaucraat zich over het werk van de dichter buigt en dat de dichter zich van zijn oordelen wil bevrijden… Zeg het mij maar. Wat de betekenis ook is maakt voor mijn bewondering niet uit…
Lieve groetjes en tot Reuring,
Elbert
alja
18 november 2017 — 12:29
ik vind dat je niets moet uitleggen, tot straks!