Er zijn slechte lezers. Ze trekken hun conclusies zonder
de woorden echt te zien, ze veronderstellen iets
zonder navraag te doen, ze leggen een standaardvorm
over het afwijkend patroon en veroordelen. Er
zijn lezers die half lezen. Ze glijden van het ene beeld
in het andere alsof ze van een speelobject
roetsjen in een willekeurige tuin. Het vers is een tijdelijk
onderkomen. En er zijn er die lezen. Die de
vinger langs het woord houden en hun tong en proeven.
Die schuren en botsen en dansen en
blijven haken aan herinnering en hoop. Die voelen waar
de schrijver zich bevindt en daar ook willen
zijn terwijl ze weten dat ze beiden alleen moeten blijven.
Die zorgvuldigheid, die afstand, dat spelen.
blewbird
21 juni 2017 — 18:59
Oeps, betrapt!:-)
alja
21 juni 2017 — 19:02
Je leert elkaar aardig kennen zo on the line 🙂