Misschien is het te vergelijken met elkaar: hoe ik de eieren
koop in de supermarkt zonder eerst de doos open

te doen om te kijken of ze heel zijn, hoe ik ze bijna in mijn
fietstas gooi om ze alsnog, eenmaal thuis,

behoedzaam in het rekje in de koelkast te plaatsen en dan,
bijna alsof ik tegen ze praat, de buitenste

in het midden zet, de middelste aan de buitenkant zodat ze
herkennismaken, elkaar terug vinden, lang nadat,

zodat ze elkaar kunnen vertellen wat ze onderweg meemaakten
en niemand jaloers hoeft te zijn op de ander; zo

gooi ik eerst alle dichters door elkaar of misschien wel alle
wereldbewoners en plaats daarna voorzichtig

een enkeling op mijn toneel, vertel ze dat er niets is om bang
voor te zijn en verorber ze daarna smakelijk.