Het is alsof de vogels keuren hoeveel ruimte het nest nog
biedt, hoeveel er bijgebouwd moet worden, of

de wat in elkaar gezakte takken nog wel stevig zijn en of
het hoge punt wel de beste plek is voor het

terugkerend ritueel in het voorjaar. Zo hernam ik zelf mijn
positie. Recht tegenover het zwarte vogelhuis,

hun bezoekers, de langs glijdende zilveren exemplaren en
de krassende ouders, wiebelend

de ijle uitlopers van de kastanje alsof nog een test volgt:
het wit afgeschud, de vorst ontlopen, de voet

stevig naast de plassende hond. Bijna hopen we op een
paars geval of eentje wiens stippen wij

morgen kunnen tellen zodat wij de wereld versteld kunnen
laten staan: geboren en in het zonnegloren

de veelbelovende en zeldzame vogel S., per toeval beland
in het straatje van de dichter, bezoek verboden.