Misschien is vliegen in rondjes en ingesnoerd wachten
tot tekenen van zon en licht en opgetrokken

barrières, wel de juiste overgang van het ene land naar
het andere, het ene gezin naar het andere.

Misschien ook is het stilhangen in de lucht het juiste
moment voor alle andere vragen, niets

te zien dan blauw en wit en grijs, niet weten waar je
precies bent en alleen de stem van your

captain die na een warme bel je welvoeglijk in de rij
stopt, excuses voor het uitstel. Zeker is dat

als je je richt op een bepaald onderdeel, de rechtervleugel
of zijn halslijn, je lijf vanzelf volgt:

zacht tuimelend door een onmetelijk ruim, los van de
wereld en zijn bezwaar, vrij van elk antwoord.