Soms denk ik nog aan haar en tel op mijn vingers,
weet vaak niet waar te beginnen. Was het
voorjaar of zomer reeds en lag ik tegen het raam of
op de zachte bank beneden, wanneer ook
was hij weggegaan zonder dit nieuws nog en was
ik ooit van plan het hem te vertellen.
Dan noem ik haar zonder haar voor me te zien, alleen
hem. Hoe een smalle streep woedend zijn
gezicht verdeelt en knokkels wit op het dashboard
roffelen of hoe hij huilen zou om dat
wat ik droeg. Een rood rokje en haar en toen niet meer.
En terwijl ik dan zeggen zou hoe hij
de rivier was en liefde de bron, ontkende hij het bestaan.
Soms denk ik nog aan hem.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x