Totdat hij zich in me voegt, raas en grom ik, het
lijf hoekig en bezeerd. Daarna pas vloeien
mijn bewegingen en kan ik zacht zijn. Zachter.
Er zijn maar weinig dagen waarop
dit lichaam botst tegen zijn verblijf, uitstel geeft
aan het niet willen voelen, warmte
absorbeert. Ongeduldige voeten tekenen zijn
afwezigheid, levensgrote cirkels.
Woorden helpen niet. Ik heb alleen de kracht nodig
waarmee hij zich op me stort, bijtend
omklemt, tegen de muur drukt, onder zich trekt,
stotend mijn aftocht belemmert, mijn
adem inhoudt, mij vierendeelt, triomfeert over
mijn leegte en keert, dan vasthoudt.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x