Er zijn vaders die met grote passen voorop lopen, het
kind met rugzak hollend erachteraan, er zijn pappa’s
die met lang uitgetrokken armen de nazaat
meeslepen, er zijn er ook die bijna huppelend en naar
opzij lachend en pratend gelijke tred houden met het
eveneens lachende en kletsende kind.
De rugzak hangt dan aan zijn andere arm, soms stopt
hij halverwege voor een falende rits, een afgewaaide
muts of plotse regenval, hij zou zomaar
bij mij mogen schuilen. Er is er een die een knieval
maakt en het kind de neus afveegt en tussendoor drie,
vier zoenen plaatst terwijl een ander
na het vallen zijn kroost hoog tilt en op de schouders
plaatst, bijna op gelijke hoogte met mij. Het mooie
aan dit voorbijgaan is dat ik niet
zie waar ze naar toe gaan noch waar ze vandaan komen.
Ik verzin beduimelde ramen aan de ene kant waar
juffen hun handen warmen aan de koffiemok,
uiteengereten bestaansredenen aan de andere waar
moeders snel de tafels recht zetten en zich wijden aan
die andere taak: hem verwelkomen bij terugkeer.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x