Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

dat achteloos gebaar

Een simpele kaart waarop zijn foto: het hoofd geheven
naar het lamplicht dat fel zijn bleke huid beschijnt, het
lijf nieuwsgierig naar voren en de handen,

vaag want bewegend op de toetsen van het losse bord
dat voor een ouderwetse computer staat. Aan de zijkant
van de sobere kamer slechts boeken.

Het kruisje daarboven even simpel, slechts de woorden
‘In Vrede’ en als we ons omdraaien, zijn leven in het
kort. Mijn trouwe bezoeker is dood.

Misschien dat ik daarom laatst droomde dat mijn atelier
gesloten diende te worden. Ik moest het publiek weren
dat door deuren en ramen kwam.

Mijn gewezen echtgenoot zou het briefje maken voor
op de ruiten maar hoewel hij bleef schrijven en schrijven,
aan die lange, drukbezochte ateliertafel,

hij kreeg het niet voor elkaar. De man parkeerde zijn
fiets ondertussen en trok de snelbinders omhoog en gaf
mij zijn mooiste boek.

(ter nagedachtenis aan Pieter-Jacob Berkhout, monnik
van de St.-Adelbertusabdij van Egmond,
“Soms meende hij dat hij voor kwam in mijn schrijfsels”)

 

 

« »