De man ontsteekt in woede als ik mijn gezicht
afwend van het scherm waarop

drie jongeren met de middelvinger omhoog
woorden scanderen die te hard zijn

voor mij. Ik wil alleen maar huilen, hij alleen
maar opstaan en doen. Ik wil

alleen maar uit het verhaal of de opdracht die
ik mezelf gaf herformuleren:

zo ben ik een vaardig journalist die slechts de
juiste vragen stelt in een heel noodzakelijk

interview. Ook ben ik lief van een vijandige
macht die mij dubbelspionne maakt:

enerzijds toegewijd en tot sterven bereid,
anderzijds laf en konkelend vluchtend.

Dat laatste het vaakst. Mezelf afwendend van
scherm en man en doen.