jij was een avond in mijn tuin.
regen deed vogels zwaarder vliegen,
grassen en mossen sneller groeien,
mijn huis een vreemder schuilplaats zijn.
de kamer, onherkenbaar, kromp;
geruisloos vielen deuren dicht,
de tafel, waar de kat op sliep,
verschoof – heel langzaam – maar verschoof.
een bloempot in de hand, stond,
ongemerkt veranderd, ik voor ’t raam
en wees naar wat ik buiten zag:
een standbeeld krom van schuld,
om te vergeten opgericht.
Neeltje Maria Min, uit: voor wie ik liefheb, wil ik heten
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x