Tussen de dichter die kiest, zo schrijft hij
zorgvuldig, voor de ondergang en
het kind dat stelselmatig zijn zelfstudie
plant en vervolgens verwerpt,
tussen de doden van drie straten verderop
en de dringende noodzaak iets
te verdienen, de naar groene zeep ruikende
kamers en de ziltige herfstlucht buiten,
de overtuiging nu eindelijk eens echt opnieuw
te beginnen en de herhaling van
datzelfde patroon, zit de werkloze schrijver
naar het kunstje te kijken: daar
tuimelt een vogel uit de tak, zit een buurman
wijdbeens, beiert een klok,
loopt een kerk uit, zwaait een levende, typt
een vrouw haar wankel beleid.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x