Daarna dronken wij. De lange gaf zijn
favoriete nummers door bij

dood en ontij, de kleine bleef half boven
zijn scherm en zocht

de beroemdste stemmen ooit. De games
bleven onverminderd bloederig,

snel en gehorig. Mijn voeten lagen op
tafel en ik sprak met de kat.

Mijn koeterwaals en jibberisch waren
net zo min keurig als

het gevloek achter een gedicht. De buurman
joeg zijn motorzaag aan.

Het balkje boven mijn karakter liep weer
langzaam vol. Houterig bewoog ik.