Hij zal zeggen, wijzend op de tuin en het
licht in huis, de aantekeningen in
de vensterbank, de appeltaart op de schotel,
het zingen van de zoon daarboven,
de prijs en de plannen, hoe goed het met
mij gaat. Om discussie te
vermijden haal ik dit keer niet mijn schouders
op, geen bewijzen van het tegendeel,
geen aarzelend gedrag tegenover hem. Nee,
als hij weg is, haal ik de make-up van
mijn ogen, knoop mijn jasje los, schop mijn
hakken uit, zet het beeld op
de volgende aflevering van en denk dat de
taart nu op moet alvorens hij bederft.
Elbert Gonggrijp
1 april 2015 — 08:34
Heerlijk beschreven geschreven gedicht, Alja. Maar dat zal je wel achter mijn rug ontkent hebben. .. 🙂 ….
Groetjes Elbert
Elbert Gonggrijp
1 april 2015 — 08:36
…. (Zucht. ..) Ontkent = natuurlijk ontkend…
alja
1 april 2015 — 10:31
zucht